Epilepsie is een chronische neurologische aandoening die niet alleen mensen treft, maar ook huisdieren zoals honden en katten. De aandoening wordt gekenmerkt door terugkerende aanvallen als gevolg van abnormale elektrische activiteit in de hersenen. Aanvallen kunnen variëren in intensiteit en duur, van milde trillingen tot ernstige stuiptrekkingen. De behandeling van epilepsie bij gezelschapsdieren vereist een multidisciplinaire aanpak, inclusief een nauwkeurige diagnose en de juiste behandeling om de levenskwaliteit van de getroffen dieren te verbeteren.
Wat is epilepsie?
Epilepsie is een relatief zeldzame chronische neurologische aandoening bij gezelschapsdieren, die krampaanvallen veroorzaakt die moeilijk te behandelen zijn. Bij sommige hondenrassen is een genetische afwijking geïdentificeerd als de oorzaak van primaire epilepsie: Lagotto Romagnolo, Belgische Herder en Boerbull. Andere rassen vertonen aanleg: Beagle, Duitse Herder, Australische Herder, Border Collie, Boxer, Standaard Poedel, Dalmatiër, Golden Retriever, Labrador Retriever, Engelse Springer en Teckel.
Symptomen van idiopathische epilepsie kunnen optreden tussen zes maanden en vijf jaar oud. Bij andere oorzaken kunnen aanvallen op elke leeftijd optreden in het geval van intoxicatie, of later voor metabolische en cerebrale oorzaken. Een epileptische aanval wordt gekenmerkt door een paroxysmale en voorbijgaande disfunctie van de hersenen, als gevolg van focale of diffuse cerebrale hyperexciteerbaarheid, wat leidt tot plotselinge gedragsveranderingen.
Epilepsie wordt gedefinieerd door de herhaling van aanvallen als gevolg van epileptische ontladingen. Bij epileptische aanvallen is er sprake van abnormale, overmatige of synchrone neuronale activiteit. Een état de mal épileptique (EME) is een aanval die langer dan 30 minuten duurt of een opeenvolging van aanvallen zonder volledig herstel, die dringend ingrijpen vereist.
Er zijn verschillende vormen van epilepsie, met een grote verscheidenheid aan klinische verschijnselen en prognoses. De aanvallen kunnen focaal zijn, gelokaliseerd in één gebied van de hersenen, of gegeneraliseerd, waarbij bilaterale netwerken betrokken zijn. Het basismechanisme omvat neuronalehyperexciteerbaarheid enhypersynchronie. De balans tussen excitatoire en inhibitoire neurotransmissie, met name via GLU- en GABA-receptoren, is cruciaal.
Epilepsie kan worden ingedeeld in drie categorieën: primair, zonder structurele laesie; secundair, gekoppeld aan cerebrale laesies of metabole afwijkingen; en cryptogeen, zonder aanwijsbare oorzaak. Primaire epilepsie komt veel voor en manifesteert zich vaak als gegeneraliseerde aanvallen. Aangetaste dieren zijn over het algemeen normaal tussen de aanvallen in, maar kunnen postictale afwijkingen vertonen.
Wat veroorzaakt een aanval?
In de afgelopen jaren zijn verschillende factoren geïdentificeerd als mogelijke triggers voor aanvallen bij honden. Bij honden met de ziekte van Lafora kunnen myoclonische aanvallen uitgelokt worden door oculaire stimulatie (fotostimulatie of plotse bewegingen in het gezichtsveld) en geluid. Bijidiopathische epilepsie zijn andere factoren gerapporteerd, waaronder loopsheidperiodes bij niet-gesteriliseerde teven, voedselinname en intense fysieke activiteit.
Bij katten kunnen auditieve stimuli zogenaamde ‘reflexmatige’ epileptische aanvallen uitlokken. Eigenaren van honden met idiopathische epilepsie noemen een aantal triggers, waaronder veranderingen in de dagelijkse routine of in de omgeving, zoals een bezoek aan de dierenarts, trimsalon of pension, maar ook de aanwezigheid van nieuwe mensen in huis of een verandering in de gezinssituatie. Veranderingen in temperatuur kunnen ook stressvol zijn.
Idiopathische epilepsie bij honden, die vaak genetisch bepaald is, treedt meestal op tussen de leeftijd van 1 en 5 jaar en treft 1 tot 2% van de hondenpopulatie. Sommige rassen hebben er meer last van dan andere. Secundaire aanvallen treden op na een ziekte of letsel van de hersenen, zoals tumoren of hoofdtrauma, of na stofwisselingsstoornissen zoals hypoglykemie of vergiftiging.
Studies tonen een incidentie van 2% bij katten en 5% bij honden. Bij mensen zal ongeveer 5% in zijn leven ten minste één epileptische aanval krijgen, waarvan 30% een neurologische of systemische oorzaak heeft en 70% een genetische oorzaak.Lesionele epilepsie komt vaker voor bij katten, vergeleken met reactieve convulsieve aanvallen en epilepsie van onbekende oorsprong.
Epilepsie van onbekende oorsprong is een uitsluitingsdiagnose, die wordt gesteld nadat structurele en metabole oorzaken zijn uitgesloten. De kenmerken van het dier, de leeftijd en de familiegeschiedenis zijn essentieel voor de diagnose.
Hoe manifesteren aanvallen zich?
Epilepsie is een aandoening van het centrale zenuwstelsel veroorzaakt door een onevenwicht tussen neuronale stimulatie en remming. Een aanval heeft altijd vier fasen: prodromale toestand, epileptische aura, ictus en herstel.
Bij honden
Bij katten
Bij katten zijn epileptische aanvallen onder andere :
- Stijfheid van de ledematen en tonische en clonische krampen
- Verstoring van de motorische activiteit
- Verlies van bewustzijn
- Onvrijwilligurineren en poepen
- Hallucinaties (miauwen, staartbijten, rennen)
- Hypersalivatie
- Veranderd gedrag
Er bestaan twee bijzondere vormen:
- Gegroepeerde aanvallen: optreden van een reeks aanvallen gedurende 24 uur. Onmiddellijk een dierenarts raadplegen.
- Status epilepticus: Aanval die langer dan vijf minuten duurt of reeks aanvallen zonder herstel. Dringende situatie.
Epilepsie is een ziekte van het centrale zenuwstelsel. Een verstoord evenwicht tussen stimulerende (glutamaat en aspartaat) en remmende (GABA) stoffen veroorzaakt aanvallen. Een aanval bestaat uit vier verschillende fasen:
- Prodromale toestand: Agitatie enkele uren of dagen voor de aanval.
- Epileptische aura: hunkering naar genegenheid of ongewoon gedrag.
- Ictus: gegeneraliseerde aanval met stuiptrekkingen en spiercontracties.
- Herstel: Desoriëntatie en uitputting na de aanval.