Hoog/laag syndroom bij paarden is een podale asymmetrie die wordt gekenmerkt door een “hoge” voet (hoge hakken, korte teen) en een “lage” voet (lage hakken, lange teen). Deze aandoening is het gevolg van een ongelijke belasting van de ledematen, beïnvloed door anatomische, biomechanische en posturale factoren. Het kan leiden tot gewrichts- en peespijn en verminderde prestaties. De behandeling is gebaseerd op een multidisciplinaire aanpak, waaronder de juiste bekapping, veterinaire controle en trainingsaanpassingen om de effecten op de gezondheid van het paard te beperken.
Wat is het hoog/laag-syndroom?
Hoog/laag syndroom, ook wel diagonaal syndroom of schaarhouding genoemd, verwijst naar een duidelijke asymmetrie in de houding bij paarden. Deze aandoening uit zich doordat het ene voorbeen systematisch naar voren (laag) en het andere naar achteren (hoog) wordt geplaatst, wat een algehele onbalans in het lichaam veroorzaakt. Als het paard stilstaat of graast, neemt het altijd deze asymmetrische houding aan, in tegenstelling tot een gezond paard dat zijn houding afwisselt.
Deze houding is vaak het gevolg van een blokkade van de eerste rib, waardoor de musculaire en ligamentaire spanningen in de schouders en ribbenkast veranderen. Bij afwezigheid van een sleutelbeen zijn de scapulae van het paard afhankelijk van de omliggende spier- en bindweefselstructuren. Een blokkade van dit gebied verstoort de krachten die worden uitgeoefend op het lichaam als geheel, wat leidt tot een vicieuze cirkel waarbij het paard het ene ledemaat ontlast en het andere overbelast.
Deze asymmetrie is duidelijk zichtbaar aan de hoeven. De ‘hoge’ voet, die zich aan de achterkant bevindt, is groter, korter en vaak strak, met smalle glomen en een verkleinde kikker. Omgekeerd lijkt de ‘lage’ voet, aan de voorkant, platter, langer, met lage hielen en een terugwijkende teen.
Mogelijke oorzaken zijn trauma, ligging in de baarmoeder, natuurlijke lateraliteit of vroege houdingscompensaties (bijvoorbeeld een groot veulen dat zich wringt om te zogen). Slecht bekappen of intensief sportief gebruik kunnen deze asymmetrie ook verergeren.
De diagnose is gebaseerd op observatie van de houding van het paard in rust of tijdens het grazen en analyse van de vorm van de voeten. Als deze asymmetrie onbehandeld blijft, kan dit grote structurele gevolgen hebben voor gewrichten, spieren en zenuwfuncties.
Wat veroorzaakt dit syndroom?
Het hoog/laag syndroom heeft zijn oorsprong in verschillende mogelijke factoren, hoewel de oorzaken onduidelijk blijven. Een veel voorkomende hypothese is de positie van het veulen in de baarmoeder, vooral bij grote veulens die zich verdraaien om te zogen of te grazen. Deze beperkte positie kan leiden tot een blokkade van de eerste rib (en soms de tweede), waardoor de beweeglijkheid van het corresponderende voorbeen wordt beperkt. Deze blokkade verstoort de spierontwikkeling, waardoor asymmetrie ontstaat: de ene kant wordt overmatig sterker om te compenseren, terwijl de andere zwak en minder functioneel blijft.
Bij sommige paarden heeft deze asymmetrie vooral invloed op rechtheid en souplesse. In ernstige gevallen kan het echter functionele blokkades veroorzaken die bepaalde bewegingen onmogelijk maken. Het paard, dat vaak als ‘slecht’ wordt gezien, lijdt eigenlijk aan een fysiek onvermogen om te reageren op de eisen van de ruiter.
Andere factoren kunnen het syndroom verergeren of uitlokken:
- Een ongeschikte omgeving, zoals langdurige stalling, verzwakt het peessysteem.
- Ongeschikte uitrusting, vooral een slecht passend zadel, verstoort de schoft en schouder.
- Slechte bekapping verandert de vorm van de voeten, waardoor het paard gedwongen wordt een compenserende houding aan te nemen.
Volgens het onderzoek van Dr. Regan Golob verkleint een blokkade van de eerste rib de ruimte tussen C7 en T1, wat zenuwbeknelling veroorzaakt. Tijdens het grazen beweegt het paard instinctief zijn ledemaat naar voren om dit gebied te ontlasten. Deze houdingsaanpassing wordt dan een vicieuze cirkel die bijdraagt aan hoog/laag asymmetrie.
Wat zijn de gevolgen van dit houdingsprobleem?
Het hoog/laag-syndroom heeft grote gevolgen voor de houding en beweging van het paard, omdat het de algehele balans van het lichaam verstoort. Als de voorbenen niet symmetrisch staan of functioneren, ontwikkelt het paard spierasymmetrieën, met name in de schouders en borstspieren. Het ‘lage’ ledemaat, dat zich voorin bevindt, wordt zwaarder belast, terwijl het ‘hoge’ ledemaat, dat zich achterin bevindt, minder wordt belast. Deze compensatie zorgt voor een overbelasting van de diagonale posterior, wat leidt tot osteopathische blokkades en spanning in de posterieure spierkettingen.
De “lage” voet ondergaat structurele veranderingen: hij wordt plat, met een lage hak en een lange teen, terwijl de “hoge” voet hoger, strakker en korter wordt. Deze vervormingen veranderen de gewrichtshoeken (poot, koot, schouder), waardoor zichtbare asymmetrieën ontstaan: een bolle schouder aan de ene kant, een uitstekende elleboog aan de andere kant. Het zadel, dat slecht gepositioneerd is vanwege deze onevenwichtigheden, creëert drukpunten die de spanningen in spieren en botten verergeren.
Op de lange termijn tasten deze houdingsaanpassingen de pezen, banden en gewrichten aan, met een verhoogd risico op podotrochleair syndroom (naviculare ziekte), vooral in de lage voet. Het paard neemt een diagonale houding aan, waarbij het zijn gewicht op een achterbeen verplaatst, wat spanning genereert in de thoracale, lumbale en sacroiliacale gebieden. Deze kettingreactie beïnvloedt het hele lichaam en leidt tot chronische pijn, beperkte mobiliteit en verminderde prestaties. Osteopathische behandeling en de juiste bekapping zijn essentieel om deze vicieuze cirkel te doorbreken.
Wat kan eraan gedaan worden?
Om het hoog/laag-syndroom te verhelpen, is een multidisciplinaire behandeling essentieel, waarbij wordt ingegrepen op de voeten, de houding en de daarmee gepaard gaande pijn. Regelmatig bekappen door een ervaren groom corrigeert asymmetrische hoefgroei. Door de gewrichtshoeken aan te passen, vermindert de mechanische belasting en wordt een evenwichtige gewichtsverdeling bevorderd.
Osteopathische behandeling gericht op primaire blokkades (eerste rib, schouders, schoft) is essentieel om de mobiliteit te herstellen en chronische compensaties te verlichten. In combinatie met praktijken zoals shiatsu en specifieke stretching helpen deze interventies om de spieren te ontspannen en een meer symmetrische lichaamsvorm te herstellen.
Geneeskrachtige planten spelen een cruciale aanvullende rol bij het verminderen van ontstekingen en het verlichten van chronische pijn die verband houdt met onevenwichtige houdingen. Enkele van de meest effectieve zijn :
- Harpagophytum: Dankzij de ontstekingsremmende en pijnstillende eigenschappen verlicht deze plant gewrichts- en spierspanning, vooral op ‘lage’ voeten, die vaak vatbaar zijn voor aandoeningen zoals naviculare.
- Moerasspirea: Rijk aan salicylaten, werkt als een natuurlijke ontstekingsremmer, ideaal voor het verminderen van matige pijn en peeszwelling.
- Zwarte bessenknoppen: met een drainerende en ontstekingsremmende werking ondersteunen ze het herstel door de natuurlijke functies van de bijnieren te stimuleren, die bijdragen aan de natuurlijke productie van corticosteroïden.
Deze remedies, toegediend in de vorm van poeders, infusies of maceraten, verbeteren de effectiviteit van de lichamelijke verzorging en het algemene welzijn van het paard.
Regelmatige controle door een multidisciplinair team (dierenarts, osteopaat, groom) is cruciaal om vooruitgang te boeken, de motoriek te verbeteren en terugval te voorkomen. Planten, gecombineerd met technische interventies, bieden een globale en natuurlijke aanpak om het paard op de lange termijn te ondersteunen.