Kennelhoest, of infectieuze tracheobronchitis bij honden, is een zeer besmettelijke luchtwegaandoening die vooral voorkomt bij honden die in groepen leven. Het wordt vaak veroorzaakt door een combinatie van virussen en bacteriën, zoals het Parainfluenza virus en de Bordetella bronchiseptica bacterie. Infectieuze tracheobronchitis uit zich als een ernstige droge hoest, vergelijkbaar met een verkoudheid bij mensen, en kan enkele weken aanhouden.
Wat veroorzaakt deze ziekte?
Kennelhoest wordt veroorzaakt door verschillende ziekteverwekkers, voornamelijk virussen en bacteriën die een ontsteking van de luchtpijp en bronchiën veroorzaken. De belangrijkste boosdoeners zijn het canine parainfluenza virus en de Bordetella bronchiseptica bacterie, hoewel andere ziekteverwekkers zoals adenovirussen, herpesvirussen en reovirussen ook betrokken kunnen zijn. De overdracht vindt voornamelijk plaats via de lucht, via aërosolen die een geïnfecteerde hond produceert als hij hoest of niest.
Besmetting kan ook plaatsvinden door direct contact tussen honden, vooral op hondenbijeenkomsten, in hondenpensions of op fokkerijen. De ziekte verspreidt zich gemakkelijk in omgevingen waar honden samenleven, zoals kennels, vandaar de naam. Omgevingsfactoren zoals slechte ventilatie, koude temperaturen en stress kunnen het immuunsysteem van een hond verzwakken, wat de ontwikkeling van de ziekte bevordert.
Het is belangrijk om te weten dat kennelhoest niet overdraagbaar is op mensen, wat betekent dat hondeneigenaars zich geen zorgen hoeven te maken over hun eigen gezondheid. De aandoening is echter nog steeds zeer besmettelijk bij honden, zelfs dagen of weken nadat de symptomen zijn verdwenen. Daarom is bijzondere waakzaamheid geboden, vooral bij puppy’s of honden met een verzwakt immuunsysteem.
Wat zijn de symptomen van kennelhoest?
De symptomen van kennelhoest treden meestal op tussen drie en vijf dagen na besmetting. Een droge, hakkende, pijnlijke hoest is het belangrijkste klinische teken, dat gemakkelijk wordt uitgelokt door lichte palpatie van de luchtpijp. Misselijkheid, niezen, snotteren of braken kunnen gepaard gaan met deze hoest. Ondanks de hardnekkigheid behoudt de hond over het algemeen zijn eetlust en zet hij zijn normale activiteiten voort, hoewel er neus- en oogafscheiding kan optreden.
In ernstigere gevallen, vooral bij puppy’s en oudere of zwakkere honden, kan kennelhoest zich ontwikkelen tot een longontsteking, met hoge koorts, ademhalingsmoeilijkheden en een hakkende hoest tot gevolg. De incubatietijd bedraagt ongeveer twee tot veertien dagen, waarin de hond besmettelijk kan zijn zonder klinische symptomen te vertonen. De ziekte duurt over het algemeen twee tot drie weken, maar de nawerkingen van de hoest kunnen nog langer aanhouden, vooral bij herval.
Kennelhoest kan ook leiden tot ernstige complicaties, zoals bacteriële superinfecties, die onmiddellijke diergeneeskundige aandacht vereisen. Honden die in groepen leven, terugkeren van een verblijf in een kennel of deelnemen aan hondenshows lopen een bijzonder risico. Een vroege diagnose en de juiste behandeling zijn essentieel om complicaties te voorkomen en een snel herstel te garanderen.
Hoe wordt de ziekte gediagnosticeerd?
De diagnose van kennelhoest is voornamelijk gebaseerd op een volledig klinisch onderzoek door je dierenarts. Hij zal rekening houden met de geschiedenis van het dier, zoals de leefomstandigheden, recente ontmoetingen met andere honden en de vaccinatiegeschiedenis. Op basis van deze informatie kan de dierenarts de diagnose bevestigen en de ernst van de infectie inschatten.
Indien nodig kunnen verdere tests worden uitgevoerd om de betrokken ziekteverwekkers te identificeren. Deze tests omvatten de analyse van monsters van de luchtwegen, serologische tests en PCR (polymerasekettingreactie), waarmee de aanwezigheid van specifieke virussen of bacteriën kan worden aangetoond. De dierenarts maakt röntgenfoto’s van de borstkas om de toestand van de longen van het dier te beoordelen als er complicaties zoals longontsteking worden vermoed .
Deze laboratoriumtests zijn essentieel voor het bepalen van de meest geschikte behandeling en het voorkomen van complicaties. Zodra de diagnose is bevestigd, kan de dierenarts een behandelplan opstellen dat is afgestemd op de situatie van het dier, rekening houdend met de ernst van de infectie en de algemene conditie van de hond.
Welke behandelingen zijn beschikbaar?
De behandeling van kennelhoest varieert naargelang de ernst van de infectie en de ziekteverwekker. In het geval van een bacteriële infectie zal de dierenarts antibiotica voorschrijven, vaak als aerosoltherapie om de luchtwegen rechtstreeks aan te pakken. Er worden ook ontstekingsremmers en pijnstillers toegediend om de ontsteking te verminderen en de pijn te verlichten. Bij ernstige hoest worden bronchodilatatoren gebruikt om de hond gemakkelijker te laten ademen.
In minder ernstige gevallen verdwijnt de ziekte vaak spontaan binnen een paar weken. Het is echter raadzaam om de fysieke activiteit van de hond te beperken en ervoor te zorgen dat hij goed gehydrateerd en gevoed wordt. Als de symptomen aanhouden of verergeren, is een nieuw consult bij de dierenarts nodig om de behandeling aan te passen.
Voor virale infecties blijft vaccinatie het meest effectieve preventiemiddel. Honden die gevaccineerd zijn tegen de belangrijkste verwekkers van kennelhoest hebben minder ernstige symptomen en herstellen sneller. Voor de duur van de behandeling is het essentieel om het dier te isoleren om besmetting van andere honden te voorkomen.
Wat zijn de natuurlijke alternatieven?
Als de symptomen van kennelhoest mild zijn, is het mogelijk om natuurlijke behandelingen te gebruiken om het dier te verlichten. De knop van de grove den helpt bijvoorbeeld om bronchiale afscheidingen te verdunnen, waardoor ze gemakkelijker uit te drijven zijn.Weegbree-extract kalmeert geïrriteerde slijmvliezen in de luchtwegen dankzij de ontstekingsremmende en verzachtende eigenschappen.Echinacea versterkt ook het immuunsysteem van de hond en vermindert ontstekingen van de luchtwegen.
In de fytotherapie is ravintsara een antivirale en slijmoplossende plant die het natuurlijke afweersysteem van het lichaam stimuleert en virale infecties zoals kennelhoest helpt bestrijden. Astragalus is ideaal voor herstellende of oudere honden, omdat het de productie van immuuncellen stimuleert.
Raadpleeg je dierenarts voordat je deze natuurlijke alternatieven gebruikt, omdat sommige planten, zoals zoethout, een contra-indicatie hebben voor dieren die lijden aan hart- en vaatziekten, lever- of nierziekten. Combineer natuurlijke behandelingen altijd met diergeneeskundig advies om complicaties te voorkomen.
Wat zijn de preventieve maatregelen?
De beste manier om kennelhoest te voorkomen is je huisdier te vaccineren. Er bestaan verschillende vaccins die intranasaal of via een injectie worden toegediend en die beschermen tegen het Parainfluenza virus en de Bordetella bronchiseptica bacterie. Vaccinatie moet worden uitgevoerd vanaf de leeftijd van 3 tot 4 weken. Daarna wordt een jaarlijkse booster aanbevolen om een optimale bescherming te behouden.
In de gemeenschap is het essentieel om strikte hygiënemaatregelen in acht te nemen: goede ventilatie van de gebouwen, controle van temperatuur en vochtigheid en isolatie van zieke honden. Gevaccineerde honden kunnen de ziekte nog steeds oplopen, maar de symptomen zullen minder ernstig zijn. Honden die naar bijeenkomsten gaan of in kennels verblijven, moeten ten minste 72 uur voor een mogelijke blootstelling gevaccineerd worden.
Een goede preventie, in combinatie met hygiënemaatregelen en regelmatige vaccinatie, kan het risico op besmetting aanzienlijk verkleinen en de gezondheid van honden waarborgen, zelfs als ze vaak in contact komen met andere dieren.