Terugkerende dermatitis in de zomer bij paarden (RESD ) is een chronische, jeukende huidaandoening die veel paarden, pony’s en ezels treft. Gekenmerkt door intense jeuk en huidlaesies kan deze seizoensgebonden aandoening een ware nachtmerrie worden voor paardeneigenaren. In dit artikel bespreken we de oorzaken, symptomen, diagnostische methoden, beschikbare behandelingen en preventieve maatregelen om deze ziekte effectief te bestrijden.
Wat veroorzaakt EERD?
Recidiverende dermatitis zomer bij paarden (RESD ) wordt veroorzaakt door overgevoeligheid voor allergenen die aanwezig zijn in het speeksel van kleine hematofage muggen van het geslacht Culicoides. Deze insecten bijten voornamelijk paarden en veroorzaken een intense allergische reactie bij bepaalde genetisch voorbeschikte personen. De vrouwelijke Culicoides, die zich voeden met bloed, zijn de grootste boosdoeners. In Frankrijk ligt de prevalentie van deze ziekte rond de 10%. Het kan oplopen tot 50% bij IJslandse paarden die als volwassen paard geïmporteerd worden.
Culicoïdes gedijen goed in een vochtige, gematigde omgeving, met een piekactiviteit tussen maart en november. Hun aanwezigheid wordt bevorderd door specifieke klimatologische omstandigheden: temperaturen tussen 15 en 35°C, weinig neerslag en weinig wind. Deze insecten leggen hun eitjes in vochtige gebieden zoals vijvers, rivieroevers, plassen, moerassen en zelfs boomholtes.
EERD is dus een allergische dermatose die samenhangt met omgevings- en genetische factoren. Gevoelige paarden ontwikkelen allergische reacties zodra ze gebeten worden. Dit veroorzaakt jeuk en terugkerende huidlaesies, voornamelijk in de lente en zomer. De ziekte is niet besmettelijk, maar kan een erfelijke component hebben.
Wat zijn de symptomen van terugkerende zomermatitis?
De symptomen van terugkerende zomermatitis bij paardachtigen zijn voornamelijk cutaan en uiten zich als intense, aanhoudende jeuk. In eerste instantie kunnen er kleine papels verschijnen op de geprikte plekken. Deze plekken zijn echter vaak moeilijk te zien en verdwijnen snel zodra het paard begint te krabben. Intense pruritus zorgt ervoor dat het paard tegen onbeweeglijke voorwerpen wrijft, wat resulteert in haarbreuk, korstvorming en gedeeltelijke alopecia.
De laesies bevinden zich meestal op de dorsale lijn (staartbasis, kruis, nek, schoft) en, zeldzamer, op de ventrale lijn (langs de witte lijn). Na verloop van tijd worden de laesies chronisch, de huid wordt dikker en rimpelt en het haar groeit niet meer terug. In ernstige gevallen kunnen paarden vermageren door de onophoudelijke jeuk die hun voedselopname verstoort en kunnen ze delicater worden in de omgang door verhoogde nervositeit.
Aangetaste paarden vertonen vaak seizoensgebonden klinische symptomen die in de herfst afnemen en in de winter verdwijnen. In de loop der jaren kunnen deze laesies echter blijvend worden, zonder remissieperiode in de winter. De paarden die het meest aangetast zijn, zijn diegenen die constant buiten leven zonder beschutting en diegenen die blootgesteld zijn aan vochtige omgevingen die de aanwezigheid van culicoïdes bevorderen.
Hoe wordt de ziekte vastgesteld?
De diagnose van terugkerende zomermatitis is voornamelijk gebaseerd op observatie van de klinische symptomen en hun locatie, evenals de seizoensgebonden aard van de ziekte. De dierenarts onderzoekt deconditie van de huid en de laesies en baseert zich daarbij op informatie van de eigenaar over de geschiedenis en de omgeving van het dier.
Bij twijfel kunnen verdere tests worden uitgevoerd. Een huidbiopsie kan aantonen of de laesies allergisch zijn. Dierenartsen kunnen intradermale huidtesten uitvoeren, waarbij een kleine hoeveelheid allergeen in de lederhuid van het paard wordt geïnjecteerd, hoewel de specificiteit hiervan beperkt is.
Bloedtesten kunnen worden gebruikt om de specifieke allergenen te bepalen waarvoor het paard gevoelig is, waaronder Culicoides. Het is ook belangrijk om EERD te onderscheiden van andere dermatologische aandoeningen zoals trombidiose, schimmelziekten, schurft of pediculose, met behulp van epidemiologisch onderzoek en specifieke huidtests.
Welke behandelingen zijn beschikbaar?
Er bestaat momenteel geen specifieke curatieve behandeling voor terugkerende zomerdermatitis. Therapeutische benaderingen zijn voornamelijk gericht op het verlichten van de symptomen en het verbeteren van het comfort van het dier. Steroïde ontstekingsremmers (corticosteroïden) worden in ernstige gevallen gebruikt om pruritus tijdelijk te verlichten. Langdurig gebruik kan echter leiden tot ongewenste bijwerkingen, zoalsimmunosuppressie en het risico op hoefbevangenheid.
Antihistaminica kunnen ook worden voorgeschreven om de allergische reactie te verminderen, hoewel de effectiviteit per paard verschilt. Er zijn talloze verzachtende, afweerverwekkende en genezende lotions op de markt. Hoewel hun effectiviteit niet altijd is bewezen, kunnen ze worden gebruikt in combinatie met andere preventieve maatregelen.
Het voorkomen van beten is essentieel. Aan het einde van de dag kan het paard naar een ontsmette stal worden gebracht, een muskietennet kan worden gebruikt en langwerkende insecticiden kunnen worden toegepast. Antiseptische shampoos kunnen worden aangebracht op geïnfecteerde wonden en voedingssupplementen rijk aan omega 3 en 6 kunnen helpen de gezondheid van de huid te verbeteren.
Wat kan er gedaan worden om het te voorkomen?
Preventie blijft de beste optie om terugkerende zomerse dermatitis te bestrijden. Het is cruciaal om preventieve maatregelen te nemen vanaf het begin van de lente, wanneer de temperaturen boven de 10°C stijgen. Om culicoïdesbeten te voorkomen, kunnen verschillende acties gecombineerd worden.
Paarden moeten voor het einde van de dag naar afgesloten gebouwen worden gebracht en na zonsopgang naar buiten worden gebracht. Het gebruik van met insecticide geïmpregneerde muskietennetten aan de ingang van gebouwen kan helpen om het binnendringen van insecten te beperken. Vermijd weiden met natte plekken of mestputten in de buurt en maak waterbakken regelmatig schoon.
Het gebruik van een volledig muskietennet, dat het paard van kop tot staart bedekt, is ook effectief. Insecticiden en insectwerende middelen, zoals op basis van pyrethroïden, moeten regelmatig worden toegepast om een voortdurende bescherming te bieden. Suppletie met essentiële vetzuren en detoepassing van afstotende essentiële oliën kunnen ook de ernst van de symptomen verminderen.
Tot slot zijn maatregelen op het gebied van hygiëne en milieubeheer, zoals het ontleden van gebouwen en het beperken van de toegang tot waterrijke gebieden, essentieel om de blootstelling aan culicoïdes te minimaliseren. Door deze maatregelen te combineren, is het mogelijk om de impact van ESRD op vatbare paardachtigen aanzienlijk te verminderen.
EERD en fyto-aromatherapie
Bepaalde planten kunnen nuttig zijn bij de behandeling en preventie van EERD. Klis enTea Tree EO staan bekend om hun anti-allergische eigenschappen. Daarnaast bieden bepaalde helende en antipruritische planten ook voordelen. Hier zijn een paar voorbeelden:
- Weegbree: Weegbreebladeren bevatten fenolische verbindingen, polysacchariden en iridoïden. Deze geven de plant immunomodulerende, anti-allergische, anti-inflammatoire en anti-infectieuze eigenschappen. Weegbree remt de degranulatie van mestcellen, vermindert allergische reacties en stimuleert wondgenezing.
- Duivenkervel: De bovengrondse delen van duivenkervel zijn rijk aan alkaloïden, flavonolen en tanninen. Deze plant heeft een hepatoprotectieve, ontstekingsremmende en anti-allergische werking, vooral dankzij protopine. Duivenkervel is ook een krachtige antioxidant, waardoor het een goede keuze is voor eczeemlaesies en allergische dermatitis.
- Desmodium: De stengels, bladeren en bloemen van Desmodium bevatten saponosiden, flavonoïden en anthocyanen, met anti-astma en anti-allergische eigenschappen. Desmodium remt allergische reacties door in te werken op de synthese van histamine en leukotrienen, waardoor het een effectieve plant is voor allergische dermatitis.
- Brandnetel: Brandnetelbladeren zijn rijk aan minerale zouten, flavonoïden en fenolzuren.Brandnetel heeft ontstekingsremmende, antihistaminische en adaptogene effecten, die nuttig zijn bij de behandeling van urticaria en inflammatoire dermatitis. Het versterkt ook het immuunsysteem.
- Duitse kamille: Kamillebloemen en hun EO bevatten ontstekingsremmende, antipruritiserende en anti-allergische bestanddelen. Kamille is effectief in het verminderen van huidontstekingen en het voorkomen van infecties dankzij de antibacteriële en helende eigenschappen.